Binnen zestig seconden is een larix van zestien meter gekapt, van takken ontdaan en in stukken gezaagd.
Honderden bomen velt deze boomzaagmachine, in vakjargon een ‘harvester’, dezer dagen in de Boswachterij Nunspeet.
Maandagmorgen is bosvak 5E aan de beurt. Staatsbosbeheer heeft alle bomen die tegen de vlakte gaan, gemarkeerd met een oranje stip. Enkele reuzen ontspringen de dans. Moederbomen, noemt bosbeheerder Jan Bruggeman ze. “Gezonde bomen met een mooie kruin, bomen die met hun zaad voor verjonging zorgen. Maar het kan ook een markante boom zijn. Of een boom met spechtgaten, want ook daar houden we rekening.” Bij zo’n kaalslag blijven per hectare zo’n tien bomen staan.
De komende vijf jaar kapt Staatsbosbeheer ruim twee keer zoveel bomen als tot nu toe het geval was. Was jarenlang hooguit een procent de norm, de komende jaren gaat zeker twee procent van de bomen om.